16 oktober 2008

Zaterdag 4 + 5 oktober (Phoenix – Cincinnati - Amsterdam)

Inmiddels zijn we al weer lang en breed thuis maar toch wil ik deze weblog afsluiten met een verslagje van de terugreis.
We konden zaterdagmorgen rustig opstarten want we hadden geen gestress met het terugbrengen van de auto omdat we die immers vrijdag al hadden teruggebracht.
Een zeer karig ontbijtje met de laatste restjes maar wel met een lekker kopje thee. Daarna de laatste spullen ingepakt (gelukkig hadden we een extra reistas meegenomen zodat ook al onze aankopen ruimschoots mee kunnen). Met 2 grote koffers, een reistas en 2 rugzakken melden we ons bij de balie. Voor de laatste keer checken we uit en de shuttlebus brengt ons naar het vliegveld.
Het inchecken gaat zonder moeite, onze koffers worden niet eens gewogen en een vriendelijke man regelt alles voor ons. We staan erbij en kijken er naar.
Omdat alles zo snel gaat, moeten we een uur wachten vóór onze binnenlandse vlucht naar Cincinnati. We praten wat over deze vakantie die nu toch echt bijna voorbij is . Als we door de veiligheidspoortjes gaan begint mijn rugzak te piepen. Een vergeten blikje sap wat dus echt niet mee mag.
Na deze check kopen we toch nog maar 2 flesjes water en wat tijdschriften.
Dan is het tijd om te boarden. Het vliegtuig vertrekt gelukkig op tijd maar de vlucht is saai en de ruimte is krap. We zijn dan ook blij als we in Cincinatti landen. Het plan is om hier wat te gaan eten maar de één na de andere eettent is dicht of gaat dicht. Het hele vliegveld is trouwens heel ongezellig.
Uiteindelijk eet Jan een slice pizza en ik een kipburger en frites. Niet lekker.
Tegen de tijd dat we in mogen stappen, is de vertrekhal bijna verlaten.
In dit vliegtuig hebben we gelukkig meer beenruimte en ook nog eens de mazzel dat er naast ons een stoel vrij is zodat we lekker ruim kunnen zitten.
De verzorging is uitstekend; een warme maaltijd, veel water, koffie, thee of fris, kortom prima geregeld. Het is inmiddels donker buiten en het lukt me zowaar om een poos weg te dommelen. Zo gaan de uren voorbij.
Tegen de tijd dat we Ierland zien liggen, krijgen we nog een licht ontbijtje en daarna is het wachten op Nederland, Schiphol dus.
Als we geland zijn, is het eerste wat we zien de regendruppels op de ramen van het vliegtuig. Welkom terug! Het regent!
We maken nog een ritje in de duurste taxi van de wereld, het vliegtuig dus, want zoals vaker landen we ver van het eigenlijke Schiphol.
Als we eindelijk stil staan, heeft iedereen heel veel haast. Wij blijven maar rustig zitten totdat het vliegtuig nagenoeg leeg is zodat we niet in de file naar de uitgang staan.
De bagage afhandeling duurt eindeloos en net als we vrezen dat onze koffers nog in Cincinatti staan, zien we ze alsnog op de bagageband.
Nu nog door de douane; dat is nog even spannend want we hebben behoorlijk wat extra dingen gekocht. Maar we worden nu eens een keer met rust gelaten.
In de aankomsthal speuren we naar zoonlief maar die is nog niet te zien.
Hoera voor het mobiel want op die manier loodsen we hem naar de juiste plek; de plek waar wij staan. Na onze begroeting, drinken we eerst een lekkere cappuccino om vervolgens een behoorlijke wandeling naar de auto te maken. Steffan heeft hem zo ver mogelijk weggezet in de parkeergarage.
Het regent, het waait, kortom echt Hollands weer en het komt ook niet meer goed die dag.
Om 1 uur ’s middags zijn we thuis. Het einde van een heerlijke, vijf weken durende vakantie. We moeten weer van alles; maar vandaag nog even niet.

04 oktober 2008

Vrijdag 3 oktober (Phoenix)

We hebben de wekker op 8 uur gezet. Er is geen reden om te haasten. Het Best Western Hotel biedt ook een ontbijt maar nadat we gekeken hebben, besluiten we toch maar gewoon op onze kamer te ontbijten.
Het ontbijt op zich is best goed, als je Amerikaan bent maar voor ons is het allemaal veel te zoet. Donuts, Muffins, Waffels, nee daar doe je ons geen plezier mee. We nemen wel een beker jus d’orange mee maar daar laten we het bij. Ons home made ontbijtje is de laatste dagen steeds kariger geworden. Vandaag hebben we alleen nog knäckebröd, boter, jam en kaas.
En thee, echte Hollandse thee. Het zijn de laatste, overgebleven restjes van wat eens een uitgebreid ontbijt was.
Na een kopje koffie besluiten we om deze laatste dag te vullen met een museumbezoek. Het Heardmuseum, dat bekend staat om zijn uitgebreide indiaanse afdeling, daar gaan we onze dag mee vullen. Het museum dankt zijn verzameling aan het rijke echtpaar Heard. Zij schonken hun hele verzameling aan het museum en ze hebben ook de aanzet gegeven tot dit museum. Het gebouw waarin het museum is ondergebracht, was het vroegere woonhuis van het echtpaar. Het is een prachtig gebouw met mooi aangelegde terrassen waar je heerlijk kunt zitten.
Als we naar binnen gaan moeten we onze rugzak inleveren en tevens krijgen we 2 stickers die we op ons T-shirt kunnen plakken. Met deze stickers kunnen we de hele dag het museum in –en uitwandelen. Prima geregeld dus.
Het is alleen dood en doodzonde dat ik mijn fototoestel ben vergeten. De hele vakantie heb ik het overal mee naar toe gesleept en uitgerekend de laatste dag vergeet ik het toestel. Jammer want je mag overal foto’s nemen, als je maar niet flitst. Maar goed, het is zoals het is.
Het museum is erg, erg mooi. We leren en zien ontzettend veel over alle soorten indianen die in het zuidwesten geleefd hebben en er nog leven.
Nooit geweten dat er zoveel verschillende soorten indianen zijn: Apaches, Navajo’s, Paiutes, Hopi’s, Pueblo’s en ga zo maar door. Ze hebben allemaal hun eigen rituelen en gewoonten.
Er is ook een afdeling waar je zelf allerlei dingen kunt uitproberen, zoals kralen weven, poppen maken, puzzels etc. Heel leuk voor kinderen maar ook voor volwassenen. Er zijn allerlei manden, sieraden, beschilderde potten en vazen en kleding te zien. Tussendoor lunchen we lekker op de binnenplaats en d.m.v. de sticker kunnen we zó weer naar binnen lopen.
Wat ons het meest aangegrepen heeft, is de afdeling die laat zien wat er in het begin van de 20e eeuw met de indiaanse kinderen is gebeurd.
Eén of andere hoge hotemetoot had het plan opgevat om de indiaanse kinderen om te vormen tot “echte” amerikanen.
De kinderen werden bij hun indiaanse ouders weggehaald en op een soort kostschool (boardingschool) geplaatst. Daar werd allereerst hun haar afgeknipt, ze kregen “echte”Amerikaanse kleding en ze kregen een nieuwe Amerikaanse naam. Hun indiaanse identiteit werd hen afgenomen. Vervolgens kregen ze een soort militaire heropvoeding.
Moet je je voorstellen, kinderen van 5 jaar werden compleet losgerukt uit hun eigen, vertrouwde omgeving, weg van alles wat ze lief hadden en geplaatst in een volledig onbekende omgeving. Sommigen zijn 5 tot 10 jaar niet thuis geweest. Tegen de tijd dat ze weer naar huis mochten, waren ze compleet van hun indiaanse omgeving vervreemd. Ze pasten daar niet meer maar ook niet in de “Amerikaanse”omgeving. Heel, heel triest.
In de wild west boeken lees je altijd dat de indianen de blanken aanvallen maar wat de blanken de indianen hebben aangedaan, dat lees je nooit.
Al met al zijn we zo’n 5 uur in het museum geweest en iedere minuut was zeer de moeite waard.
Toen we terug waren op onze hotelkamer, hebben we het besluit genomen om vanavond de auto al in te leveren. Dat bespaart ons morgen een hoop gedoe. We hebben eerst heerlijk gegeten, wéér bij Applebee’s, en daarna zijn we naar de rental car return center gereden. Daar hebben we de auto ingeleverd en zijn we met rental shuttle teruggereden naar het vliegveld.
Ze hebben dat hier prima geregeld. Het rental caar return center van alle huurauto’s ligt buiten het vliegveld en vanaf daar rijdt er een gratis bus die je terugbrengt naar de luchthaven.
Bij de luchthaven hebben we het hotel gebeld en een chauffeur haalde ons op met de hotelbus en leverde ons keurig af bij het hotel.
Zo nemen we stukje bij beetje afscheid van onze vakantie hier. Morgen nog een ritje naar het vliegveld en dan begint de lange reis terug naar Nederland. Helaas, de plicht roept weer maar wat ons betreft had de vakantie nog maanden mogen duren.

Donderdag 2 oktober (Blythe - Phoenix)

Vandaag onze laatste echte autorit. We rijden van Blythe naar Phoenix via de Interstate dus dat schiet lekker op.
De omgeving waar we doorheen rijden is saai, dor en eenzaam. We komen zo af en toe een paar (mooie) huizen tegen in de middle of nowhere en we vragen ons af hoe je op het idee komt om op zo’n afgelegen plek een huis te bouwen.
Als we in de buurt van Phoenix komen, zien we overal aparte wijkjes met dezelfde huizen, die omringd zijn door een hoge muur. Ook deze wijkjes liggen in een bijna verlaten omgeving. Wel zijn ze overal aan het bouwen en we hebben gelezen dat Phoenix één van de snelst groeiende steden van het zuidwesten van de USA is. Om 12 uur rijden we de echte stad Phoenix in en omdat we zo vroeg zijn, besluiten we om er een winkelmiddag van te maken. We hebben al uitgevogeld dat er aan de interstate een hele grote mall(winkelcentrum) is en daar gaan we naar toe. Achteraf valt het aantal winkels ons tegen maar we kunnen toch de dingen kopen die we in gedachten hadden.
Om 3 uur hebben we het letterlijk en figuurlijk gehad en gaan we op weg naar het hotel. Het is inmiddels razend druk op de weg en we nemen een verkeerde afslag. Gelukkig weet ik wel waar we zijn maar waar we naar toe moeten is me volledig onduidelijk. We zien het logo van een ander Best Western Hotel (wij moeten naar Inn of Tempe en dit hotel heet Tempe by the Mall) het lijkt wel op elkaar, maar het zijn toch 2 verschillende hotels.
Gelukkig geven ze ons een uitstekende routebeschrijving naar het juiste hotel en we komen daar zonder verdere problemen aan. Dit is ons laatste hotel voor deze vakantie.
We checken in en slepen vervolgens alle koffers, tassen en aankopen naar binnen want we moeten alles opnieuw inpakken maar dat is van latere zorg.
Eerst gaan we lekker eten. Voor het eerst tijdens deze vakantie hebben we een Applebee’s ontdekt. We weten van 2 jaar geleden nog, dat je daar lekker en gezond kunt eten. Deze hele vakantie hebben we ernaar gezocht en nu, op de voorlaatste dag, lukt het uiteindelijk toch. We eten inderdaad heerlijk. Via de supermarkt rijden we terug naar het hotel. Daar beginnen we alvast om in elk geval één koffer definitief in te pakken.
Morgen is echt de laatste dag. Jammer!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!

02 oktober 2008

Woensdag 1 oktober (Victorville - Blythe)


Vanmorgen stond de wekker op 8 uur. Dankzij de lange rit van gisteren, kunnen we het nu lekker rustig aan doen.
Toch is het nog anderhalf uur rijden naar de Westelijke ingang van het park.
We gaan eerst bij het Visitor center kijken maar dat stelt eigenlijk niet zoveel voor. We vragen een kaart van het park en informeren naar trails die we eventueel kunnen lopen.
Als we verder het park inrijden zien we duizenden Joshua trees.
Een Joshua tree is eigenlijk een soort yucca. Mormonen noemden deze boom een Joshua tree omdat de takken volgens hen naar de hemel reikten.
De bomen worden nog steeds zo genoemd.
Wat ons verder opvalt zijn de gigantische rotspartijen. Het lijkt alsof iemand met een aantal grote en kleine rotsblokken aan het spelen is geweest en er zo maar her en der een aantal neer heeft gesmeten. Het is een heel apart gezicht. Dit soort rotspartijen hebben we nog niet eerder gezien.
We rijden de Park Boulevard verder af en komen bij Hidden Valley. Daar gaan we eerst lunchen, in de schaduw gelukkig en daarna lopen we de Hidden Valley Trail. Hidden Valley is een afgesloten, goed verborgen stuk vallei die vroeger door veedieven werd gebruikt om het door hen gestolen vee te laten grazen, zonder dat iemand het merkte.
Door overbegrazing en droogte is het graslandschap in de loop der tijd veranderd in een woestijnlandschap.
De trail voert ons door rotsen en een wonderlijk landschap met woestijnplanten, yucca’s (zoals wij ze als kamerplanten kennen) en droge, zanderige grond. Als je goed om je heen kijkt,verbaas je je over hoeveel leven er in dit landschap zit. We zien een paar hagedissen wegschieten en tussen de rotsen bloeien zelfs gele bloemetjes. We vinden dit landschap heel bijzonder en de trail is erg mooi. Alleen het is hartstikke heet, 38 graden Celsius en dus is het zweten geblazen en veel water drinken. Gelukkig is de trail niet langer dan ruim 1 mijl en dat is lang zat. Bij het Visitor center hadden ze ons al geadviseerd om i.v.m. de hitte géén lange trails te gaan lopen.
We zijn dan ook blij als we weer in de auto zitten want die heeft airco.
We rijden de Parkboulevard verder af naar het zuiden en het landschap wordt saai, saai, saai. We zien eerst nog een heleboel Joshua trees maar als je er duizend hebt gezien, dan weet je het wel.
Daarna verandert het landschap in een dorre, droge,troosteloze vlakte met van die typische woestijnstruikjes. Dat gaan maar door en door en door. We hebben het helemaal gehad en we willen nog maar één ding. Het park uit maar we moeten nog zo’n 30 mijl vóór we bij de uitgang zijn en je mag niet harder rijden dan 35 mijl per uur. Dus dat betekent zo’n klein uur rijden.
Als we eindelijk het park uit zijn, nemen we de Interstate (snelweg). Nu kunnen we tenminste opschieten en zo’n klein uurtje verder zijn we in Blythe waar we gaan overnachten.
Joshua Tree NP is wat ons betreft, niet echt een succes. Het noorden van het park is echt mooi maar als je verder naar het zuiden rijdt, is er geen bal meer aan. Ik had me ons laatste park van deze vakantie anders voorgesteld.
Morgen rijden we naar Phoenix, waar we onze reis zo’n kleine 5 weken geleden zijn begonnen. Daar wil ik nog even heftig shoppen in één van de vele malls (winkelcentrum) die gelukkig overdekt zijn. Ik zeg gelukkig want ook in Phoenix is het hot, hot, hot. Je kunt dan beter binnen zijn dan buiten.

01 oktober 2008

Dinsdag 30 september (Monterey - Victorville)


Vandaag is een echte reisdag. We gaan mijlen maken vandaag. Het plan is om in één ruk van Monterey naar Barstow te rijden en daar te overnachten.
Al met al is het ruim 6 uur rijden dus staan we om half 8 op, ontbijten we rustig, pakken de boel in en na een kop koffie gaan we op weg.
Het landschap verandert gelukkig regelmatig. Zodra we Monterey goed en wel uit zijn, komen we weer in het land en tuinbouwgebied. Een heleboel arbeiders zijn nog steeds aan het wieden en aan het oogsten. Er zijn ook al stukken grond die opnieuw ingezaaid zijn. Dat is een mooi gezicht; er ligt een frisgroene of rode waas over het land. Het frisgroene is volgens mij sla en het rode lollo rosso sla.
Als we dit gehad hebben, krijgen we het wijngaardengebied. Gigantische percelen met duizenden wijnstokken die in keurige, rechte rijen staan.
Tussen de wijngaarden liggen vaak mooie huizen met grote opslagplaatsen en overal kun je wijn komen proeven. Als je bij elke wijngaard een glaasje neemt, ben je mooi hartstikke lam en dat nog gratis ook.
Na de wijngaarden komen de notenbomen en dan met name de amandelbomen.
Ook hier weer gigantische percelen met bomen die kaarsrecht in het gelid staan. Moet je je voorstellen hoe mooi het hier is als al deze bomen in bloei staan en hoe lekker het dan ruikt. Maar ja, in de herfst heb je daar niks aan.
Na de bomen krijgen we weer de goudgele heuvels met zo hier en daar een kudde koeien of paarden.
Het is inmiddels ook flink warmer geworden, van 19 graden in Monterey naar 30 graden hier.
Uiteindelijk rijden we weer gewoon door een dorre, bijna kale omgeving met hier en daar een Joshua Tree en een enkele cactus.
Door de goede wegen, die vaak kaarsrecht zijn, schieten we wel op en daarom besluiten we om niet in Barstow te overnachten maar in Victorville.
We zijn toch al de hele dag aan het rijden en op deze manier zitten we toch weer dichter bij Joshua Tree NP. Daar willen we morgen naar toe.
Dat zal dan ook het laatste park van onze vakantie zijn want zaterdag vliegen we al weer naar Nederland.
In Victorville zijn méér dan genoeg motels te vinden en met één van de coupons uit het gidsje, zijn we ook nog eens vrij voordelig uit.
Ondanks de reisdag is het verslag toch nog redelijk lang geworden.
Morgen meer over Joshua Tree NP.

30 september 2008

Maandag 29 september (Monterey)



Het was vroeg dag vandaag, om 7 uur al. We moesten een half uur voor vertrek bij de boot zijn die om 9 uur zou vertrekken.
Vandaag gaan we (proberen) om walvissen te spotten. We gaan dus een heel eind de oceaan op.
Ik ben toch wel zenuwachtig want ik heb het niet zo op zoveel water om mij heen, maar dit is wel een unieke kans en die wil ik zeker niet missen.
Om 8 uur nemen we alle twee ons pilletje tegen zeeziekte in, baat het niet het schaadt (hopelijk) ook niet.
De boot waar we mee gaan varen, is niet zo heel erg groot en ik vind dat hij er nogal verwaarloosd uitziet maar hij is door alle bureaus goedgekeurd dus het zal wel in orde zijn.
Klokslag 9 varen we de haven uit. Het is bewolkt en het miezert iets maar er staat gelukkig géén wind. We varen langs een soort golfbreker van rotsen waar een aantal zeeleeuwen lui liggen te liggen en vervolgens zien we het Monterey Bay Aquarium vanaf het water. Wij hebben ons in eerste instantie op het achterdek geïnstalleerd terwijl de meeste mensen natuurlijk op het voordek staan. Al gauw zien we alleen nog maar water om ons heen en de boot gaat aardig op en neer maar het pilletje doet zijn werk goed en we hebben nergens last van. Er vaart een biologe mee die uitleg geeft over alles wat we onderweg zien; over de zee otters, de zeeleeuwen, de pelikanen en allerlei andere zeevogels.
Na ongeveer een uur varen, zien we in de verte een paar zwarte stippen.
Het zal toch niet……jawel hoor, we horen van de biologe dat er walvissen, om precies te zijn bultruggen, vóór ons te zien zijn.
Ze zijn nog heel ver weg maar de boot zal er langzaam naar toe varen.
Het zijn er 3 en het is een machtig mooi gezicht om zoiets te zien.
Al snel kunnen we ze een stuk beter bekijken, terwijl de biologe uitleg geeft, wat grotendeels langs me heen gaat. De bultruggen komen zo’n beetje om de 5 minuten boven om adem te halen en het mooiste is als je hun machtige staart ziet, vlak voordat ze weer onder water verdwijnen.
Op het voordek waar wij inmiddels ook staan, is het een drukte van belang want iedereen wil de perfecte foto maken. Ik natuurlijk ook maar mijn toestel is daar niet helemaal op berekend. Bovendien is het niet echt helder en beslaat mijn zoeker regelmatig door het weer. Het is de kunst om goed te timen wanneer de bultruggen weer bovenkomen en ik ben daar niet erg goed in. Ik fotografeer maar wat in het wilde weg en ik zie wel wat er straks opstaat. Dan doe ik het toestel weg en ga gewoon genieten van wat ik zie.
Het is indrukwekkend om deze grote dieren in het echt te zien want je ziet zoiets niet in een Dolfinarium.
Na een poosje vaart de boot verder en op het dek wordt het een stuk rustiger. Veel mensen, met name degene met een giga toestel met telelens, hebben hun perfekte foto al gemaakt en verdwijnen naar binnen.
Bovendien waait het behoorlijk op het voordek, wat zeg ik: het is gewoon hartstikke koud! Ik heb een T shirt, dikke fleecejack en een winddicht jack aan en ik zit echt te bibberen van de kou.
Nadat ik nog een poos buiten heb gestaan, ga ik eerst maar binnen een beker warme chocolademelk kopen. Is ook ideaal om je handen aan te warmen. Daarna toch maar weer naar het voordek waar ik meteen eerste rang sta. Dan komen we weer een aantal bultruggen tegen; een groepje van 3 en een groepje van 2. We hebben echt geluk vandaag. En weer genieten we van deze mooie,kolossale dieren. We zien en horen ze spuiten maar het mooiste blijft toch die staart die als laatste deel weer onder water verdwijnt.
Na een poos varen we langzaam weer richting haven. Wij zijn inmiddels door en doorkoud, verhuisd naar het achterdek waar de wind een stuk minder is.
Op de terugweg kwamen we nog een soort van kleine dolfijnen tegen. Het zijn geen echte dolfijnen maar ze lijken er wel erg veel op.
Helemaal onder de indruk van alles wat we gezien hebben, gaan we van boord. Voor de zekerheid koop ik nog een paar ansichtkaarten van walvissen want stel je voor dat er geen enkele foto is gelukt. Heb ik in elk geval nog een paar kaarten. We zoeken eerst een koffietent op waar we een gloeiendhete én lekkere cappuccino bestellen die ons weer een beetje ontdooit. Daarna lopen we nog even rond maar we hebben het al gauw gehad. Via de supermarkt gaan we terug naar ons motel om na te genieten van alles wat we gezien hebben én om een lekkere hete douche te nemen.
Wat een ervaring. Dit neemt niemand ons af; de plaatjes zitten grotendeels in ons hoofd en er zijn zelfs een paar foto’s gelukt.

29 september 2008

Zondag 28 september (Monterey)


Vanmorgen zijn we om 8 uur ons bed uitgegaan, ontbeten en er was zelfs nog tijd voor een snelle kop koffie. Daarna zijn we op weg gegaan naar het Monterey Bay Aquarium. De grootste vraag was natuurlijk of Rosemary, de vrouw die we in Yosemite NP hadden ontmoet, zou komen. We hadden om 10 uur afgesproken bij de ingang. Er stond al een lange rij mensen te wachten want het aquarium ging pas om 10 uur open.
We zijn maar even op een muurtje gaan zitten want we waren aan de vroege kant. En wie kwam daar aanlopen? Inderdaad, Rosemary, die was gebracht door haar vriendin met wie ze ook in Yosemite NP was.
Ze herkende ons meteen en wij waren natuurlijk heel blij dat ze er daadwerkelijk was. D.m.v. haar kaart, die ze via haar werk had gekregen, loodste ze ons binnen no time, gratis, naar binnen. We hebben nog even gepraat, adressen uitgewisseld en nadat we haar nogmaals bedankt hadden, hebben we afscheid genomen. Zij liep linea recta weer naar de uitgang waar ze door haar vriendin werd opgepikt. Heel bijzonder dat ze dit voor ons overhad terwijl ze ons eigenlijk helemaal niet kende.
En laten we eerlijk zijn, het bespaart ons wel $50.
Al met al hebben we 4 uur rondgelopen in dit aquarium. We hebben het voeren van de otters gezien, altijd leuk want het zijn erg grappige dieren.
Daarna hebben we het voeren van de haaien en tonijnen gezien. Vóór het voeren zwommen deze vissen heel rustig en bedaard rond maar toen er voer in het water werd gegooid, veranderde hun gedrag meteen. Ongelooflijk, hoe snel deze vissen werden en hoeveel voer ze in korte tijd naar binnen konden werken. Heel bijzonder om dat te zien.
Natuurlijk hebben we heel veel verschillende vissen gezien, kwallen,zee-
Sterren, roggen, haaien, noem maar op.
Heel leuk om ook makreel, zalm en sardines te zien zwemmen. Toch heel anders dan ze in een blikje te zien.
Er was ook heel veel te doen voor kinderen en aangezien het zondag was,
Struikelde je bijna over de kinderen. Je kon ook nog naar buiten om naar het water in de baai te kijken. Het viel ons op dat het water in de baai zo helder was; je kon de zeesterren op de bodem zien liggen.
Het aquarium is gehuisvest in een oude sardinefabriek en ze hebben nog een aantal oude machines bewaard. Via filmpjes kun je zien hoe het proces in zijn werk ging van vangst tot blik. Ongelooflijk hoe hard die mensen moesten werken. Alleen als je er naar kijkt, word je al bijna gek, zó snel gaat het.
We hebben ons uitstekend vermaakt maar op een gegeven moment was ons kijkglas vol en zijn we weg gegaan.
We hebben nog een poging gedaan om het centrum van Monterey te bekijken maar dat hebben we maar snel opgegeven. Wat een dooie boel zeg! Uitgestorven.
Wel heb ik nog even een winddicht jack gekocht voor morgen op de boot want ik wil het zeker niet koud krijgen. Daarna zijn we teruggegaan naar ons motel. Het weer is hier de laatste dagen nogal bewolkt, mistig en koel.
Hopelijk is het morgen niet zo mistig. Zou toch jammer zijn als we niks zien.

28 september 2008

Zaterdag 27 september (Big Sur - Monterey)


We ontbijten vandaag binnen want buiten staat geen tafel. Als we alles ingepakt hebben, leveren we de sleutel in en gaan we op weg naar Point Lobos. tenminste dat was de bedoeling. Wanneer we Big Sur uit zijn en goed en wel op de kustweg zijn, komen we tot de ontdekking dat het mistig is.
En niet zo’n klein beetje ook. Het zit werkelijk pot- en potdicht en we zien de Pacific niet eens. We rijden langzaam verder maar het wordt niet beter.
Met dit weer heeft het geen enkele zin om naar Point Lobos te gaan want we zien toch helemaal niks. Heel jammer maar de natuur laat zich niet dwingen, dat blijkt maar weer eens. We besluiten door te rijden naar Monterey waar we de komende dagen zullen blijven. Allereerst zoeken we een supermarkt op om onze mondvoorraad aan te vullen en hoera de supermarkt heeft een Starbucks. Als troost trakteren we onszelf op een heerlijke cappuccino want die hebben we wel verdiend.
Als we daarna doorrijden naar het motel blijkt onze kamer nog niet klaar te zijn; we zijn ook wel heel erg vroeg. We kunnen onze bagage wel achterlaten maar ze nemen géén verantwoordelijkheid voor onze bagage.
We nemen de bagage dus maar mee. We besluiten om Monterey te gaan verkennen. Allereerst gaan we naar Cannery Rowe. Vroeger stonden hier fabrieken, die sardines inblikten, vandaar de naam “cannery”. Ondanks allerlei waarschuwingen, hebben ze veel te veel vis gevangen met als gevolg dat ze de deuren van de fabrieken konden sluiten, domweg omdat er geen vis meer over was. De gebouwen zijn blijven staan en er zitten nu allerlei winkeltjes in; veel souvenirs- en kledingwinkeltjes en eettentjes.
Het is één van de plekken in Monterey, die je gezien moet hebben maar wij vinden er niet veel aan. Het is er erg toeristisch en dus druk. We lopen een poosje rond maar we hebben er gauw genoeg van.
Vervolgens besluiten we naar Fisherman’s Warf te gaan, de oude haven van Monterey. Ook hier is het druk maar het is ook veel leuker. We zien hier onze eerste pelikanen die gewoon in het water dobberen. Ook horen we Californische zeeleeuwen tekeer gaan. Als we een eindje verder lopen, zien we ze ook! Ze liggen heerlijk op een soort vlonder te luieren. Leuk hoor om dit in het “wild” te zien. Is toch heel anders dan in het Dolfinarium in Harderwijk.
Er is ook een plek waar je zelfgevangen vis kunnen laten schoonmaken door mensen die dat, zo te zien, al heel vaak hebben gedaan. De pelikanen zitten dichtbij te wachten tot het afval overboord gaat en daar duiken ze dan op af.
Fisherman’s Warf leeft veel meer dan Cannery Rowe dus we vermaken ons hier prima. We maken ook meteen een afspraak voor onze “whalewatching”.
Dat gaan we maandag doen; we moeten er om half 9 zijn en de boot vaart om 9 uur uit. We hebben maar meteen 2 pilletjes gekocht tegen zeeziekte.
Het zal ons niet gebeuren dat we alleen maar kotsend over de reling hangen en dat we van ellende niks zien. Deze pillen tegen zeeziekte staan in een grote mand bij de kassa dus we zijn niet de enigen die er gebruik van maken. Ik hoop dat het maandagmorgen mooi weer is want als het te hard waait, dan vaart de boot niet uit.
Nadat we alles hebben vastgezet, gaan we terug nar de auto en rijden we naar het motel. Gelukkig is onze kamer klaar en kunnen we de auto, die inmiddels behoorlijk vol ligt met bagage, uitruimen.
De kamer is prima naar onze zin en ruim genoeg zodat we eindelijk de koffers eens opnieuw kunnen inpakken. We komen dingen tegen waarvan we al bijna vergeten zijn dat we ze gekocht hebben.
Morgen gaan we naar het Bay Aquarium. Jan heeft nog gebeld naar die vrouw die we in Yosemite NP hebben ontmoet en haar antwoordapparaat ingesproken.
We zijn razend benieuwd of ze er morgen is. We zullen het zien!

Vrijdag 26 september (Big Sur)


Vanmorgen eerst maar weer een uitgebreid ontbijt genuttigd op de veranda, met nog steeds het uitzicht op de Big Sur River. Daarna hebben we al onze spullen bij elkaar gepakt want we moeten intern verhuizen. De rivercabin konden we maar voor 2 nachten krijgen, de laatste nacht zitten we in een hillside cabin. Helaas is die cabin nog niet schoongemaakt zodat we met al onze bagage op weg gaan naar het Pfeiffer Big Sur State park. Dit is een ander park dan gisteren maar de naam Pfeiffer is hier erg beroemd.
We hebben eerst wat informatie gevraagd want we willen o zo graag de oceaan van dichtbij zien. Maar dat is nogal lastig hier want je kunt bijna nergens dicht bij het water komen. Behalve bij Pfeiffer (daar heb je de naam weer) Beach maar dat is moeilijk te vinden. Als je het niet weet, rij je er zó voorbij. Via een heel smal weggetje van zo’n 2 mijl kom je uiteindelijk bij een parkeerplaatsje waar je de auto kwijt kunt. Vanaf de parkeerplaats is het nog een klein eindje lopen en dan sta je op een fantastisch mooi strand.
Veel rotsen, hoge golven en een donderende branding. Echt zoals een oceaan hoort te zijn. We hebben hier bijna 2 uur zitten te genieten van alles wat de Pacific te bieden heeft. Heerlijk rustig zittend op een stuk boomstam.
Daarna hebben we de auto weer opgezocht en zijn we naar het eigenlijke Pfeiffer park gereden. Hier hebben we eerst wat gegeten, heerlijk in de schaduw tussen de bomen. Daarna hebben we een trail gelopen. De keuze was ook hier erg beperkt want ook in dit park zijn bijna alle trails gesloten i.v.m. een giga bosbrand van 3 maanden geleden. We hebben met een man uit Monterey gepraat en die vertelde ons dat Big Sur maar een klein onderdeel was van deze brand. Overigens is deze bosbrand ontstaan door het inslaan van de bliksem, wat hier vaker gebeurt.
De trail die we gelopen hebben, was ook maar gedeeltelijk open maar dat wat we hebben gedaan was ook méér dan genoeg. De hele weg ging steil omhoog met allemaal halfverborgen stenen dus het was goed uitkijken.
Bovendien liepen we alleen maar door grotendeels verbrand gebied en dat is niet bepaald opwekkend. Toen we boven kwamen, bij het uitkijkpunt, was dat ook niet echt de moeite waard en zeker niet zo’n steile klim.
We zijn maar gauw weer naar beneden gelopen en dat ging natuurlijk een stuk makkelijker. Het is echt dood en doodzonde dat alles verbrand is want dit park stond bekend als één van de mooiste in Big Sur! Het duurt tientallen jaren voor alles een beetje hersteld is. Heel af en toe zag je toch weer wat jong groen tussen de verbrande bomen; er zit dus gelukkig nog leven in.
Na deze ervaring zijn we maar terug gegaan naar Ripplewood Resort en hebben we de sleutel opgehaald van onze cabin voor vannacht.
Ook deze cabin is weer heel mooi; alleen de ligging is wat minder. Deze cabin ligt dichter bij de weg maar we hebben wel weer een veranda dus we kunnen vanavond weer sterren kijken.
Morgen gaan we naar Point Lobos. Dit is ons al door verschillende mensen hier uit de buurt aangeraden. Het schijnt er heel erg mooi te zijn dus willen we die plek zeker niet overslaan. Daarna rijden we door naar Monterey waar we 3 nachten blijven. Jammer genoeg gaan we onze laatste week in!

27 september 2008

Donderdag 25 september (Big Sur)


Vandaag maken we er een lekker rustig dagje van. We hebben vanmorgen eerst uitgebreid ontbeten met broodjes, jus d’orange, een gekookt eitje, yoghurt met cereals en Nederlandse thee. Heerlijk op de veranda.
Daarna nog een kop koffie en tegen 11 uur hebben we de auto gepakt.
We willen naar het Julia Pfeiffer Burns State Park om daar rond te kijken.
Er is daar een waterval die rechtstreeks in de oceaan stroomt. We maken een korte wandeling naar het uitkijkpunt. Het is gigantisch mooi, een overweldigend uitzicht op de oceaan. De waterval valt wat tegen maar waarschijnlijk komt dit doordat hij grotendeels opgedroogd is door de hitte en het gebrek aan regen. We blijven hier een tijd op een bankje zitten en genieten van de omgeving.
Vervolgens lopen we via een smal, steil pad naar een ander uitkijkpunt.
Het is hier superrustig; de meeste tijd zijn we hier helemaal alleen.
We besluiten om hier te gaan lunchen en gelukkig staan hier een paar picknicktafels. Het uitzicht is wederom fantastisch en het geluid van de golven die op de rotsen slaan is heel rustgevend.
We zitten ook nog eens lekker in de schaduw en dat is wel zo lekker want het is hier toch gauw zo’n 30 graden.
Als we teruggelopen zijn naar het beginpunt, willen we eigenlijk nog een wandeling maken door de bossen. Helaas gaat dat niet door. Bijna het hele park is afgesloten voor het publiek omdat er kort geleden een grote bosbrand is geweest die veel van het park heeft verwoest. Ze zijn hard bezig om het park weer toegankelijk te maken voor bezoekers maar dat is nu nog niet het geval.
We besluiten terug te rijden naar de cabin en brengen de rest van de dag lekker relaxend door op de veranda. Geen straf met dit weer en zeker niet met een veranda die lekker in de schaduw ligt.
Trouwens, wij hebben hier een hele speciale douche. Het is een douche met een glazen, doorzichtig plafond zodat het lijkt alsof je tussen de bomen, in de natuur staat te douchen. Ik kan je wel vertellen dat op deze manier douchen heel apart is.
We komen hier even helemaal tot rust en kunnen alles even laten bezinken.

Woensdag 24 september (Curry Village – Big Sur)


Vanmorgen hebben we met pijn in ons hart afscheid genomen van onze cabin. Die lag zo heerlijk rustig midden in het bos en ook van binnen was hij ruim en gezellig. Ook Yosemite NP zullen we missen. Het is een fantastisch park waar zó veel te zien is dat je er volgens mij nooit klaar mee bent.
Wij hebben een reisdag voor de boeg die ons naar de Pacific brengt. Een lange, lange dag waar we toch van genieten. Het landschap wisselt namelijk regelmatig. Eerst gaan de bergpassen over, één en al bocht zodat we niet echt opschieten. Daarna rijden we door glooiende heuvels, die doordat de zon erop schijnt, een goudgele kleur hebben omdat ze begroeid zijn met een soort gelig gras. Dat, in combinatie met de donkergroene bomen die her en der staan, zorgt voor een geweldig contrast.
Als we dit gehad hebben, rijden we door boomgaarden die giga groot zijn. Volgens mij zijn het perzikbomen maar helaas zitten er geen vruchten meer aan. Vervolgens zijn de velden met sla aan de beurt. Hier is men druk aan het oogsten. Wij zien heel veel mensen die aan het werk zijn op de bloedhete velden. Ze worden aangevoerd met busjes waarachter draagbare toiletten hangen.
Daarna komen we eindelijk in de buurt van Monterey. Volgens ons zijn ze hier dol op stoplichten; om de paar honderd meter kom je er weer één tegen en van een groene golf hebben ze hier nog nooit gehoord.
Nadat we ook nog verkeerd waren gereden; we zaten op de 101 i.p.v de 1,
kregen we eindelijk de Pacific te zien. Het was het wachten méér dan waard.
De weg die we reden, liep vlak langs de oceaan. Kronkelend, bochtig, omhoog en omlaag met prachtige uitzichten op de rotsen en het water. Helemaal geweldig! Na ongeveer een half uur waren we eindelijk bij Big Sur. Dit is niet echt een dorp maar een verzameling huizen, hotels (duur!), motels en cabins die aan de kustweg liggen. Hier hebben we een cabin aan de rivier voor 2 nachten en een cabin in het bos voor 1 nacht. De cabin is fantastisch. Lekker ruim met keuken, groot bed en een veranda die bijna aan het riviertje ligt. Het enige dat je hoort is het geluid van het stromende water, verder is het hier helemaal stil.
We hebben bij de buren gegeten (hiernaast zit een héle goede eettent) en daarna hebben we de hele avond op de veranda gezeten. Tegen de kou wordt hier een warme plaid bij de inventaris geleverd. Daar hebben we lekker met zijn tweetjes onder gezeten. Kijkend naar de sterren (er zijn er hier heel veel) onder het genot van een glas wijn. Wat wil een mens nog meer! Voor ons is dit méér dan genoeg.

Dinsdag 23 september (Curry Village)


Vandaag zijn we naar het zuiden van het park gereden; naar Wawona.
Elke keer verkijken we ons weer op de afstanden. Je kunt hier niet harder dan 35 mijl rijden omdat de weg zo smal en bochtig is zijn we lang aan het rijden om van de éne naar de andere plek te rijden.
Eerst hebben we het Wawona Hotel van binnen bekeken. Sjiek de friemel noem ik dat, heel statig en deftig en compleet met golfbaan.
Hier hebben we de shuttlebus genomen die ons naar Mariposa Grove bracht.
Daar heb je een trail die je langs een aantal sequia’s voert. Hele grote,dikke kolossale bomen. Sommigen zijn meer dan 2000 jaar oud. Moet je je voorstellen; daar loop je dan langs als klein mensje. Deze sequia’s hebben al zoveel overleefd, daar word je even heel stil van.
We hebben niet de hele trail gedaan, want dan ben je 3 uur bezig en we hadden nog meer op ons lijstje staan.
Via een ander wandelpad zijn we teruggegaan en dat was veel rustiger. Dat betaalde zich meteen uit want we kwamen 2 herten tegen, een moeder met jong en daar hebben we een poosje naar gekeken.
We raakten ook nog aan de praat met 2 vrouwen, waarvan er één uit Monterey kwam en de ander uit Seattle (waar we 2 jaar geleden zijn geweest) Heel handig want we hebben meteen wat info gevraagd over Monterey.
Bovendien kunnen we haar bellen wanneer we naar het aquarium willen. Zij heeft,via haar werk, een pas waarmee we gratis naar binnen kunnen. Als we haar een tijd geven, staat zij bij de ingang op ons te wachten en kunnen we op haar pas naar binnen. Dat is toch wel heel erg aardig en daar gaan we zeker gebruik van maken. Je bent Nederlander of niet! Het bespaart ons wel even $25 per persoon.
Nadat we dit afgesproken hadden, zijn we met de shuttle teruggegaan naar Wawona. Daar hebben we eerst gelunched op een picknickplek die we deelden met een busgezelschap Fransen. Zij hadden een aantal appels over en ze boden ons er 8 aan. Allemaal vriendelijke mensen vandaag.
Na de lunch hebben we het Pioneer Historic Center bekeken. Hier stonden een verzameling oude rijtuigen en allerlei gebouwen uit de tijd van de eerste pioniers in Yosemite. Heel leuk om dat eens te zien.
Daarna zijn we met de auto via een smalle, bochtige weg naar Glacier Point gereden waar je een gigantisch mooi uitzicht (900m hoog!) had op de omgeving en de vallei. Je zat hier op een hoogte van 2400 meter en het was gelukkig heel helder. We hadden nog een trail willen lopen maar dat zat er vanwege de tijd niet meer in. Helaas. Daarom zijn we maar teruggereden naar onze cabin. Morgen gaan we hier weer weg en eigenlijk zijn we nog helemaal niet klaar in dit park. Het is zó mooi, zo groot en zo gevarieerd. Dat valt niet te bekijken in 3 dagen. Jammer maar helaas.
Morgen rijden we naar Big Sur aan de Pacific. Ben héél benieuwd!

Maandag 22 september (Curry Village)


Allereerst moet ik wat vertellen over gisteravond. Wij zaten nog even buiten om een uur of 10, even genieten van de stilte, toen Jan ineens tegen mij zei: naar binnen, een beer. Ik dacht in eerste instantie dat het een geintje was maar hij duwde me meteen richting deur. We keken eens goed en echt, het wás een zwarte beer; een moeder met één jong. Ze waren zo’n 10 meter van ons vandaan. Ik schrok me in eerste instantie rot maar in de directe omgeving van onze deur, zodat we eventueel meteen naar binnen konden vluchten, hebben we ademloos staan kijken. Moeder beer ging bij de vuilnisbak kijken of er nog wat te eten viel en kleine beer hobbelde achter haar aan. Na een poosje verdwenen ze in het donker. Even daarna kwam er een jong stel aan die hun cabin aan het zoeken waren. We hebben ze maar gewaarschuwd en de weg gewezen want ze liepen helemaal de verkeerde kant op. Ze schrokken zich natuurlijk rot.
Wij zijn weer naar binnen gegaan en natuurlijk keken we elke keer of we de beer weer zagen maar helaas. Wél zagen we nog een coyote tussen de bomen scharrelen; het kon niet op.
Vanmorgen hebben we gesproken met een werknemer van het park want we hadden gelezen dat je het moest melden als je een beer had gezien.
Hij reageerde heel laconiek en zei dat melden niet nodig was omdat het heel normaal was dat er een beer rondliep. Hij vroeg of we foto’s hadden kunnen maken maar daar hebben we niet eens over nagedacht. Hij vertelde nog een aantal verhalen over hoe bepaalde mensen met beren omgingen. Kun je je voorstellen dat je probeert een beer vanuit je hand te voeren? Het gebeurt!
Die man vertelde ook dat beren heel erg slim zijn en dat ze elke vuilnisbak open kunnen krijgen. Heel opwekkend zei hij ook nog dat als een beer je cabin binnen wil komen, het hem ook altijd lukt. Lekker vooruitzicht!
Hij vond dat we onszelf gelukkig mochten prijzen dat we een beer hadden gezien en dat het een bijzondere ervaring was. Hij kende mensen die al 20 jaar in Yosemite NP kwamen en nog nooit een beer hadden gezien en bij ons is het de eerste keer raak.
Na dit gesprek hebben we onze rugzakken ingepakt en zijn we met de shuttlebus naar het beginpunt gegaan van de trail (Mirror Lake) die we wilden lopen.
Het was nog hartstikke koud en het kippenvel stond op mijn benen. Gelukkig hadden we wel onze fleecejacks aan. Het eerste deel van de trail was hartstikke mooi, door de bossen naar een meer, Mirror Lake, dat nu echter helemaal droog stond. In de lente is het weer een echt meer maar elke zomer droogt het helemaal op. We zijn om het opgedroogde meer heen gelopen. Het was heerlijk om weer een trail te lopen, lekker door de bossen, midden in de natuur. Ik heb dat echt gemist deze week. Het laatste deel was een stuk met mul zand en veel stukken rots. Niet echt goed voor mijn enkel dus ik was blij dat we heelhuids over waren. We zijn met de shuttlebus terug gegaan naar Yosemite Village.
Hebben daar gelunched en zijn verder de hele middag bezig geweest met het bekijken van het Visitor Center, het museum en een nagebouwd Indiaans dorp. We hadden nog een trail willen lopen maar omdat ik mijn enkel toch wel voelde, hebben we dat maar laten zitten. Bovendien ging de tijd wel heel snel voorbij. Om 5 uur hebben we eerst maar wat gegeten vóór de grote drukte begon want om half 6 staan overal lange rijen wachtende mensen. Dan is het blijkbaar etenstijd voor de meeste mensen.
Daarna hebben we nog wat boodschappen gedaan in de winkel en om half 7 waren we weer in onze cabin.
Yosemite is een heel mooi park. Het is heel afwisselend en het heeft alles:
Bossen, bergen, meren, riviertjes, weiden, rotsen, zon, schaduw, valleien, wandelpaden. Volgens mij kun je jaren bezig zijn vóór je alles gezien hebt.
Dit is een park zoals een park, in mijn ogen, moet zijn. We genieten hier volop! Morgen gaan we een ander deel van het park verkennen.

Zondag 21 september (Mammoth Lakes – Curry Village)


Vandaag was het de dag waarop onze frustratie tolerantie op de proef werd gesteld. We hadden het plan om, vóór we naar Yosemite NP zouden gaan, eerst Bodie te gaan bekijken. Bodie is een zogenaamde ghosttown, een verlaten dorp dus.
Nou, Bodie bleef voor ons een ghosttown. We hebben het nooit gezien.
De weg er naar toe stond goed aangegeven maar vlak vóór de afslag waren ze met de weg bezig (ja, zelfs op zondag wordt hier gewerkt).
Afijn, we moesten zo’n 15 minuten wachten want er was maar één weghelft in gebruik. Toen we eindelijk door konden rijden waren we, denk ik, zo opgelucht dat we de afslag straal voorbij gereden zijn. Een eind verder kwamen we in één of ander gehucht en volgens onze wegenkaart waren we al te ver. Omgekeerd en je raadt het al; we moesten wéér wachten want we kwamen uiteraard wéér diezelfde wegwerkzaamheden tegen. Ditmaal moesten we ruim 20 minuten wachten en op dat moment besloten we dat Bodie voor ons een ghosttown zou blijven. Het was inmiddels half 12 en we hadden tot dat moment alleen maar nutteloze kilometers gemaakt.
We waren bang dat we niet genoeg tijd zouden hebben voor Tioga Road, een prachtige weg die ons naar Curry Village zou leiden waar we voor 3 nachten een cabin hebben gereserveerd.
Deze weg, die vanuit het oosten toegang geeft tot Yosemite NP is echt helemaal geweldig.
Eerst gingen we omhoog, tot 3315m, met fantastische uitzichten en bergen, alpenweiden en meren. Het was hier wel erg fris en het waaide behoorlijk. We hadden onze fleecejacks echt nodig om een beetje warm te blijven. Daarna reden we door bos, bos en nog eens bos. We hebben vandaag méér bomen gezien dan de laatste 10 dagen. Het was een verademing na alle kale rotsen, canyons en woestijnen.
We hadden een trail willen lopen maar de parkeerplaats was overvol en je kon nergens anders parkeren, dus géén trail. Weer werd onze frustratie tolerantie getest. We zijn dus maar doorgereden. Na een hele mooie maar lange autorit (we verkijken ons toch vaak op de afstand) kwamen we uiteindelijk in Curry Village aan. Het inchecken ging razend snel en ook onze cabin konden we snel vinden. De cabin ligt in een bos met allemaal giga naaldbomen. We hebben een veranda met een bankje en ook van binnen is het allemaal héél knus. Een heerlijke plek voor de komende 3 nachten.
Eerst hebben we de bagage naar de cabin gebracht. Dat was nog een hele klus want je mag hier helemaal niks in de auto achterlaten,zelfs geen fles water of een snoeppapiertje. Ze hebben hier veel last van beren en die schijnen zó slim te zijn dat ze zelfs een snoeppapiertje kunnen ruiken.
Als dat het geval is,zijn ze niet te beroerd om je auto open te breken en de boel te vernielen om te proberen iets eetbaars te vinden.
Bij het inchecken moet je dan ook een formulier ondertekenen dat je alles wat ook maar ruikt naar eten, uit je auto haalt en in de cabin, uit het zicht, opbergt.
Daarvoor staat er in elke cabin een zogenaamde bearproof opbergbak.
Nadat we dus alles beerbestendig hadden opgeborgen, zijn we de direkte omgeving gaan verkennen. Ook hier hebben ze, net als in Zion NP, een shuttlebus, die je overal gratis naar toe brengt. Gezien de overvolle parkeerplaatsen, die we onderweg tegenkwamen, hebben we de bus maar gepakt. Wij vinden dit een ideaal systeem en het voorkomt nodeloos zoeken naar een parkeerplek, zodat onze frustratie tolerantie niet wéér getest werd.
Eerst hebben we gegeten en daarna hebben we het Visitor Center bezocht om wat info te krijgen over trails. We willen morgen echt gaan wandelen.
Eerst een korte trail om te kijken hoe mijn enkel zich houdt en als dat goed gaat een wat langere trail.
Ik ben benieuwd! Het wordt morgen in elk geval lekker weer dus we gaan in elk geval fijn op pad. Een dag niet rijden is heerlijk.

21 september 2008

Zaterdag 20 september (Stovepipe Wells – Mammoth Lakes)


Dankzij de airco heerlijk geslapen maar toen we vanochtend buiten kwamen, was het alweer hot, hot, hot. Ontbijtje en, vlug de spullen ingeladen en rijden maar.
We moesten eerst nog een aantal bergpassen over om uit de hitte te komen maar toen werd het een stuk aangenamer. Eerlijk gezegd waren we blij dat we het park uitwaren. Niet dat het qua omgeving zoveel uitmaakte want we hebben nog een hele tijd door een dooie omgeving gereden.
Maar toch, na een hele poos zagen we de omgeving langzamerhand weer groen worden; we zagen zelfs weer koeien en bloemen. Onderweg in Lone Pine zijn we nog naar het Visitor Centre van dit gebied geweest. Dit gebied wordt veel gebruikt door mensen die dagen achtereen gaan hiken in de bergen. Hierna doorgereden naar Mono Lake. Dit meer wilden we gaan zien, voordat we naar ons hotel gingen. Om 3uur waren we er. Het was de omweg waard. Dit meer was eens een groot zoetwatermeer in de vroege prehistorie. Maar door de tijd werd dit meer steeds kleiner. Het had geen toegang tot andere rivieren en de grondlagen werden keihard, waardoor het afhankelijk werd van regen-/sneeuwval en van de zonnewarmte. Hierdoor verdampte grotendeels het water en werd het een zoutwatermeer. Op de vroegere bodem ontsprongen bronnen, die een soort schoorsteen vormde. Door de lage waterstand kwamen deze “schoorstenen” boven water, hetgeen een apart gezicht is. Ze worden hier Tufa’s genoemd.
Na hier rondgewandeld te hebben, reden we naar het hotel (Motel 6). Ondanks het pretentieuze karakter van Mammoth Lakes viel het hotel ons bitter tegen.
Dat werd echter gecompenseerd door een heerlijke maaltijd in een lokaal restaurant hier. Weer een keer wat anders dan de Burgers en pasta’s. Vroeg naar bed, want morgen gaan we naar Yosemite NP.

Vrijdag 19 september (Las Vegas – Stovepipe Wells)


Ik moet eerst nog wat vertellen over gisterenavond. Op de valreep heb ik toch nog gegokt. Van de fruitautomaten hier snap ik helemaal niks, dus heb ik roulette gespeeld. Heb eerst maar eens een poos gekeken totdat ik het gevoel had dat ik wist hoe het precies gespeeld werd. Daarna ben ik aan een tafel gaan zitten en heb ik $20 ingewisseld voor fiches. Meteen de eerste keer ging ik al de mist in. Wist ik veel dat je minimaal $5 per keer moet inzetten. Gelukkig hielpen de andere spelers mij en al gauw had ik het helemaal door. Wat niet wilde zeggen dat ik gelukkig was in het spel.
Vóór ik het in de gaten had, was ik door mijn $20 heen.
Nogmaals $20 ingewisseld en toen hield ik het wat langer vol. Maar het uiteindelijke resultaat was dat ik toch alles kwijt was.
Gelukkig had ik niet méér geld meegenomen want dan was het helemaal verkeerd afgelopen. Het spelletje is toch aardig verslavend.
Maar goed dat dit de laatste avond in Las Vegas was!
Vanmorgen hebben we de spullen gepakt en was het adios Las Vegas.
Als je de stad eenmaal uit bent, zit je meteen weer midden in de kale, rotsachtige woestijnomgeving. Nogal saai rijden dus.
Onderweg hebben we in Pahrump boodschappen gedaan en weer een heerlijke cappucino (ik) en een frappucino (Jan) gedronken bij Starbucks.
Daarna zijn we weer verder gereden tot we uiteindelijk bij Death Valley NP kwamen. Eén lange, rechte, oneindige weg met links en rechts rotsen en zo heel af en toe een miezerig plantje met heel kleine blaadjes. Dor, droog, en ontzettend maar dan ook ontzettend heet. Wat te denken van 44°C. En dan hadden we nog geluk dat het redelijk hard waaide, alhoewel zelfs de wind hier bloedheet is.
Allereerst hebben we Zabriskie Point bekeken. Je hebt hier een gigantisch mooi uitzicht over de omgeving. Om bij het uitzichtspunt te komen, moet je eerst een stukje omhoog en met deze hitte ben je blij als je boven bent.
Vervolgens zijn naar het Visitor Center geweest en hebben daar een film over het park gezien en het museum bekeken. Alleen al voor de koelte zou je dit doen. Daarna hebben we de auto gepakt en zijn we naar het laagste punt van de USA gereden: Badwater (85,5m beneden zeeniveau). Hier vind je ook een zoutmeertje met echt water (hartstikke zout) waarin stukken zoutkristallen drijven. De rest van de omgeving is één grote zoutkorst waar je overheen kunt lopen. Dat doe je niet al te lang want het is er bloedheet.
Al snel zijn we weer in onze relatief koele auto gestapt.
Daarna hebben we Artist’s Drive gereden. Een éénrichtingsweg die dwars door vulkanische heuvels voert die heel veel verschillende kleuren hebben: bruin, roodbruin, groen. Dat komt door de verschillende gesteenten.
Het is een hele smalle weg met veel bochten maar wel erg mooi om te rijden. In onze onschuld hadden we nog een paar korte trails willen lopen maar dat idee hebben we maar snel laten varen. Veel te heet.
We zijn maar doorgereden naar Stovepipe Wells, onze overnachtingsplek.
Onderweg kwamen we nog zandduinen tegen die er door het spel van licht en schaduw haast surrealistisch uitzagen.
Maar toch, ik had het me heel anders voorgesteld. Meer als een echte woestijn met veel meer zand en cactussen en……minder heet.
Gelukkig heeft onze kamer een hele goede airco en veel ruimte zodat het aangenamer is om binnen te blijven dan om naar buiten te gaan.
Het koelt hier namenlijk ook nauwelijks af.
Kortom, ik vind het niet erg om morgen verder te reizen want deze hitte is helemaal niks voor mij. Het is leuk om het een keer mee te maken maar één dag en nacht hier is meer dan genoeg.

19 september 2008

Donderdag 18 september (Las Vegas)


Vandaag zijn we naar een Outletcenter geweest en daar hebben we speciale bus, the Deuce, die de hele dag langs de strip rijdt. Een kaart voor 24 uur kost je $5 en met deze kaart kun je overal langs de strip net zo vaak in- en uitstappen als je zelf wilt. Het gaat niet echt snel want de bus stopt zo’n beetje om de 100m. maar voor langere stukken is het wel handig. Ik raak hier elk gevoel voor richting kwijt. Dat is toch al niet mijn sterkste punt. Het was goed dat Jan erbij was want ik was zeker in de verkeerde bus gestapt en never nooit bij het Outletcenter aangekomen.
In het Outletcenter had je de bekende winkels zoals: Levi’s, Nike, Victoria’s Secret enz. We zijn aardig geslaagd maar we hebben niet eens zoveel gekocht. Op de terugweg zaten we in de bus naast een stel mannen en die hadden een giga tas vol met Nike sportschoenen.
De één na de andere schoen kwam tevoorschijn. Volgens mij had hij voor de hele familie ingeslagen.
Toen we terug waren, hebben we eerst op onze kamer uitgerust.
Daarna zijn we (nog maar eens) de strip opgegaan. Een paar hotels hadden we nog niet van binnen gezien. Dat hebben we alsnog gedaan en we hebben een nootmuskaatmolen gekocht. Die hadden we al eerder gezien maar we wilden er nog even over nadenken. Het is dan nog een hele kunst om de juiste winkel terug te vinden.
Daarna zijn we terug gegaan naar onze kamer. We worden dood en doodmoe van alle geslenter, de mensenmassa en het lawaai.
Je kunt beter een trail lopen van 10 mijl dan een middag rondlopen in Las Vegas. Van een trail word je minder moe, dat is zeker.
Morgen gaan we hier weg en dat is maar goed ook. Ik heb het helemaal gehad met alle protserigheid en nepperigheid. De eerste dag hadden we het oh- en ah gevoel maar je went aan de luxe die deze stad uitstraalt.
Bovendien prik je er zó doorheen: het gras is niet echt maar kunst; de fonteinen stinken naar chloor; veel beelden zijn gemaakt van papier maché.
Kortom ik ben klaar met Las Vegas. Ik vond het leuk om het een keer mee te maken maar ik kom er niet meer terug. Eén keer is voor mij genoeg.

Woensdag 17 september (Las Vegas)


Vanmorgen zijn we heel rustig opgestaan. Na het ontbijt hebben we een rugzak gepakt met een fles water en gewapend met het fototoestel zijn we weer op pad gegaan. We zijn een heleboel hotels afgeweest en echt, je ziet de meest waanzinnige dingen. The Venetian, een heel groot hotel waar ze Venetië min of meer nagemaakt hebben, compleet met canals en je kunt er zelfs in een gondel varen, compleet met gondelier die ook nog voor de muziek zorgt.
Of neem Hotel Paris-Paris met een complete Eiffeltoren waar een restaurant in zit. Het Luxor met een sfinx en een pyramide. Ceasar’s Palace, in de stijl van het oude Rome. Niks is hier te gek.
Je kunt alle hotels binnen wandelen en de binnenkant bewonderen maar dan moet je wel eerst door het casino met al zijn toeters en bellen.
De meeste hotels hebben hun eigen winkeltjes ,in de stijl van het hotel. In Paris-Paris hebben ze een Parijse buurt nagemaakt, compleet met balcons, franse teksten, croissants enz. Je weet niet wat je ziet.
In het MGM le Grand hebben ze zelfs echte leeuwen die op een glazen plaat liggen zodat je ze van de onderkant kunt bekijken. Heel bizar.
Het Venetian, waar ik het al eerder over heb gehad, heeft een Italiaanse sfeer waar een paar keer per dag wordt opgetreden door een groep operazangers en zangeressen en ze zingen goed hoor in het Italiaans nog wel, in de juiste kostuums, echt zoals het hoort.
Ceasar’s Palace heeft de meest dure winkels. Je ziet hier alle grote namen van couturiers voorbij gaan. Dior, La Croix, Hermès, noem ze maar op en het is er. Natuurlijk staan nergens prijzen bij zodat je al weet dat het gigantisch duur is. Maar goed, kijken is ook leuk.
In feite is het natuurlijk één grote show, een façade waar je zó doorheen prikt. Een illusie maar dan wel een hele dure. Denk eens aan alle energieverspilling, niet normaal gewoon. 10 Mijl verderop is het gewoon een dorre woestijn waar het bloedheet is en bijna niks groeit. Hier in Las Vegas groeien palmen; er is genoeg water en er is gras (niet echt hoor, gewoon kunstgras)
Als je ziet welke bedragen er doorheen gaan met het gokken, dat is onvoorstelbaar. Er zijn mensen die méér dan $100 per spel inzetten.
Maar goed, voor een paar dagen is het geweldig om te zien, al die idiote illusies zolang als je je maar realiseert dat het illusies zijn.
Maar je wordt er wel dood en doodmoe van. Van alle lawaai en alle geflikker en alle geblieb van de fruitmachines. Zo af en toe een pauze, dus even naar de hotelkamer, is géén overbodige luxe maar bittere noodzaak, tenminste voor mij.
Morgen nog één dag en dan ben ik er ook helemaal klaar mee. Dan wil ik weer rust en natuur.

Dinsdag 16 september (Hurricane – Las Vegas)


Vanmorgen hebben we zoals gewoonlijk eerst maar eens ontbeten en daarna onze koffers weer in de auto gepakt.
Onze laatste etappe naar Las Vegas. We reden de hele tijd door een troosteloze omgeving. Dor, droog en er was zelfs geen picknickplek zodat we weer in een gemeentelijk park hebben gelunched en, jawel hoor, naast een begraafplaats. Het was er niet erg gezellig en ook nog eens bloedheet zodat we maar snel in onze auto zijn gestapt. Door de airco is het daar tenminste koel. In Nevada is het weer een andere tijdzone, dus we konden de klok weer een uur terug zetten. We waren om 3 uur in Las Vegas. Het hotel konden we gelukkig snel vinden en ook het inchecken ging lekker vlot.
We hebben een hele mooie, ruime kamer met uitzicht op de Strip zodat we vanuit ons raam de fonteinen van het Bellagio hotel kunnen omhoog (ca. 50m!) zien spuiten.
Nadat we onze spullen een plekje hadden gegeven, zijn we maar meteen begonnen om de Strip te verkennen.
Je weet niet wat je ziet. Het is de waanzin en verspilling ten top maar ook overweldigend. Overal is lawaai, overal zijn heel veel mensen, overal zijn fruitautomaten, roulettes en tafels voor dobbelsteenspellen. Wat ons opviel is dat je bij ieder hotel waar je binnen komt, automatisch in het casino terecht komt.
Er staan een gigantisch aantal automaten, black jack tafels en roulettetafels.
Bij sommige tafels is de minimale inzet $ 5 en de maximale inzet $ 100, maar er zijn ook tafels waar de minimale inzet $100 is en de maximale inzet $ 1000. Daarnaast zijn er min of meer afgesloten ruimtes voor de groffe gokkers. Die zijn ook wat luxueuzer.
De meeste vrouwen zitten achter de fruitautomaten, terwijl de meeste mannen aan de tafels gokken. Je ziet hier veel oudere vrouwen die er eigenlijk heel treurig uitzien.
Maar goed, we hebben een paar uur rondgestruind en daarna zijn we naar onze rustige kamer gegaan. Een verademing na alle lawaai.
Morgen gaan we verder want we hebben nog lang niet alles gezien.

16 september 2008

Maandag 15 september (North Rim – Hurricane)


Vanmorgen hebben we heel rustig aan gedaan. We hoeven vandaag niet zo heel ver te rijden want de rit naar Las Vegas hakken we in 2 delen.
We willen overnachten in Hurricane waar we nog niks besproken hebben, maar dat zal wel geen probleem zijn.
Onderweg hebben we een bezoek gebracht aan het Pipe Spring National Monument. Het geeft een beeld van het leven van de Paiute Indianen en de vestiging van de Mormonen in dit gebied.
Het is een soort klein openluchtmuseum met oude wagens, oude cabins, een boomgaard, tuin enz.
Het belangrijkste gebouw heet Windsor Castle, genoemd naar de eerste bewoners Anson en Emmeline Windsor die hier rond 1860 woonden met hun 11 kinderen. Zij waren mormonen. Het belangrijkste aan Windsor Castle is de bron die zeg maar in de achtertuin ligt. Omdat dit één van de weinige bronnen was in dit zeer droge gebied, werd er steeds om gevochten.
Wij hebben een privé rondleiding door dit gebouw gekregen, simpelweg omdat we op dat moment de enigen waren.
Heerlijk natuurlijk want we konden alles vragen en ik kreeg alle tijd om foto’s te maken. We mochten bijna in alle kamers naar binnen en de gids vertelde heel veel.
Maar wat het meeste indruk op ons heeft gemaakt, was een gesprek dat we hebben gehad met een indiaanse vrouw van de Paiute stam. Zij werkte als Park Ranger bij dit National Monument.
Zij was bezig met het maken van mocassins, versierd met hele kleine kraaltjes.
We vroegen haar naar de trots van de indianen (wij hadden het idee dat indianen heel trotse mensen zijn). Zij vertelde echter, dat er van de trots bijna niks over was. De meeste leden van de Paiute stam die hier in dit reservaat wonen, doen helemaal niks. Ze overleven, niks meer en niks minder.
Ze zitten in een uitzichtloze situatie en zien geen toekomst meer.
Heel veel jonge Paiutes raken verslaafd aan alcohol en drugs . Op deze manier is het leven nog enigszins dragelijk.
De oude Paiute leven nog volgens de oude tradities maar op deze manier kunnen de jongeren niet overleven in de wereld buiten het reservaat.
Er gaan steeds meer oude gebruiken verloren; de ouderen sterven en er wordt niks opgeschreven. Alles wordt mondeling doorgegeven maar de jongeren willen niks van de oude gebruiken weten dus langzamerhand verdwijnen de tradities.
Zij vertelde ook dat de meeste Amerikanen de indianen nog steeds behandelen als tweederangsburgers. De jongere Paiutes moeten veel meer moeite doen om iets te bereiken dan gewone Amerikaanse jongeren.
Alleen de heel sterke Paiutes hebben een kans in de wereld buiten het reservaat.
Daar komt nog bij dat indianen hun gevoelens nauwelijks tonen. Ze worden niet geknuffeld, krijgen zelden complimenten en contacten buiten het reservaat worden ontmoedigd. Ze zitten, zeg maar, klem tussen 2 werelden.
Die van het reservaat en die van de buitenwereld.
Van dit verhaal werden we helemaal stil en het heeft ons diep geraakt.
De Amerikanen zouden trots op de indianen moeten zijn want zij vormen toch het verleden van de USA met hun unieke gebruiken en tradities.
Voor ons was het bezoek aan Pipe Spring National Monument een hele intense ervaring waar we veel van hebben geleerd.
Hierna zijn we doorgereden naar Hurricane, hebben gegeten, getankt en boodschappen gedaan. Óók hebben we een hotel gevonden voor deze overnachting. Morgen is Las Vegas aan de “beurt”.

Zondag 14 september (North Rim)


Vandaag hebben we een hele dag om de North Rim te verkennen.
We beginnen met een home made ontbijtje en daarna een kop koffie.
Dan gaan we op pad. Onze eerste trail begint bij de Lodge en gaat via een steil pad naar een uitkijkpunt waar je heel diep naar beneden (ca. 1km!) kunt kijken, recht de canyon in. Gelukkig zit er een stevig hekwerk omheen.
Het uitzicht is adembenemend en valt niet te beschrijven. Je kunt hier alleen maar heel stil van genieten en dat doen we dan ook. Vanaf dit punt kun je ook heel goed zien dat de Lodge op het uiterste puntje van de rots is gebouwd. Dat besef je niet als je in de Lodge zelf loopt.
Mijn voet houdt zich prima en als we weer terug zijn bij het beginpunt, de Lodge dus, gaan we eerst nog maar een bak koffie halen die we gezellig op de veranda van de Lodge opdrinken.
Daarna gaan we even terug naar de cabin om de picknickspullen te pakken en vervolgens gaan we onze auto opzoeken die op de centrale parkeerplaats staat. De dingen die we willen gaan zien, zijn te ver om zonder auto te doen.
We rijden eerst door een landschap van weiden met coniferen. Je kunt het vergelijken met een alpenweide. Heel lieflijk en licht glooiend.
Uiteindelijk komen we via een kronkelige weg bij het hoogste punt van de North Rim: Point Imperial (2684m) ook hier is het uitzicht weer helemaal geweldig. Op deze plek gaan we ook lunchen. Het is hier heerlijk rustig tot er een bus aan komt rijden en vóór we het weten zitten we midden tussen een Amerikaans gezelschap, die ook besloten hebben hier te gaan lunchen. Gelukkig zijn ze niet erg luidruchtig maar we besluiten toch maar om meteen nadat we uitgegeten zijn, verder te rijden.
We rijden naar Cape Royal, het meest zuidelijke puntje van de North Rim.
Hier lopen we een korte trail naar de enige plek aan de North Rim, vanwaar je de Colorado rivier kunt zien. We zien een miezerig roodbruin stroompje, héél in de verte. De roodbruine kleur komt doordat de rivier heel veel rood sediment meevoert. Dit gebeurt alleen in de herfst. De rest van het jaar is de Colorado rivier helder van kleur.
Aan het eind van de trail komen we bij Angel’s Window. Dit is een arch in de rotswand waardoor je heel ver de grand Canyon in kunt kijken. Je kunt ook boven op de arch komen en natuurlijk hebben we dat óók gedaan.
Over het uitzicht ga ik het niet meer hebben, anders blijf ik bezig.
Trouwens het weer hier is erg aangenaam. Het is zo’n 24 graden met volop zon. Omdat je zo hoog zit moet je je goed insmeren want anders verbrand je levend.
Na deze trail zijn we teruggereden naar de Lodge, al met al nog zo’n 41km.
We hebben even lekker uitgerust, lekker gegeten en de foto’s bekeken.
Je kunt hier foto’s blijven maken dus het wordt schrappen.
Morgen gaan we hier weer weg en dan gaan we richting Las Vegas!!!!!!!

Zaterdag 13 september (Springdale – North Rim)


Wonder boven wonder heb ik heerlijk geslapen, dankzij 2 pijnstillers en de perfecte verzorging van Jan. De zwelling is een stuk minder maar mijn enkel is pimpelpaars en nog behoorlijk pijnlijk.
Gelukkig hebben we vandaag een reisdag, zodat ik niet al te veel hoef te lopen.
We hebben eerst buiten ontbeten en nog een praatje gemaakt met de eigenaar die nog vroeg hoe het met mij was. Hij vertelde dat hij heel lang gids was geweest in Zion NP en hij had daar een aantal leuke verhalen over.
Na het ontbijt de auto volgeladen, afscheid genomen en op weg gegaan.
Vandaag gaan we naar de Grand Canyon, bij velen welbekend.
Onderweg hebben we in Kanaab nog wat boodschappen gedaan.
We hebben in Fredonia op een picknickplaats gelunched waar ook een info centrum was.
Daar hebben we info gekregen over de Grand Canyon.
De grand Canyon is grotendeels gevormd door het uitslijten van de Colorado rivier.
Daar zijn natuurlijk miljoenen jaren overheen gegaan, dat lijkt me duidelijk.
Je hebt 2 kanten, de South Rim en de North Rim, waar wij naar toe gaan.
Hemelsbreed liggen ze maar 10 mijl uit elkaar maar met de auto is het meer
dan 200 mijl. Om van de Noord- naar de Zuidkant te gaan, moet je namelijk dwars door de canyon en met een auto lukt dat niet omdat er geen weg is.
Je kunt wel een hike maken van de ene naar de andere kant maar daar doe je 2 dagen over. We hebben er nog even over nagedacht maar helaas…..
mijn voet.
Er is ook maar één weg die naar de North Rim loopt. Na de laatste afslag is het dan nog 50 mijl naar de Grand Canyon Lodge waar wij in een cabin overnachten. De lodge zelf is gebouwd op de rotsen en vanaf de 2 terrassen heb je een grandioos uitzicht over de canyon. Er staan allemaal lekkere luie stoelen waar je heerlijk kunt zitten
Dat hebben we dan ook maar gedaan want een trail lopen was er niet bij vandaag.
Onze cabin is gemaakt van houten boomstammen. Het is niet echt luxe maar alles zit erin en het is wel authentiek. We zijn maar vroeg gaan slapen,ik weer met een kussen onder mijn voet. Hopelijk is het morgen een stuk beter zodat we in elk geval wat korte trails kunnen lopen.

13 september 2008

Vrijdag 12 september (Springdale)


Om half 10 vanmorgen stapten we in de bus die ons naar de ingang van het park bracht. Daar overgestapt op de andere bus die door het hele park rijdt.
Bij de laatste stop moeten we er pas uit dus we hadden een aardig ritje voor de boeg. Bepakt en bezakt stapten we uit. We hadden ons goed voorbereid; speciale schoenen, een wandelstok op schouderhoogte en verder hadden we alles in plastic zakken verpakt want je weet maar nooit of je onderuit gaat in zo’n rivier.
Het eerste stuk van de trail liep langs de rivier tot het punt dat de weg ophield. Vanaf daar is de rivier de weg en dus krijg je natte voeten.
Op zijn minst want er zijn ook plekken waar het water tot je middel komt.
Maar het schijnt adembenemend mooi te zijn. Je loopt door een kloof die steeds smaller wordt met aan weerskanten hele hoge rotswanden.
We moesten een trapje af om bij het water te komen en dat was net één trapje teveel. Voor ik het goed en wel in de gaten had, klapte mijn enkel dubbel. Ik probeerde nog op te staan maar lag meteen wéér. Meteen begonnen 2 Amerikanen mij overeind te hijsen. Jan was net zijn fleece jack aan het pakken en zag mij op een gegeven moment op de grond liggen.
Binnen no time had ik een groot, blauw ei op mijn linkerenkel en toen wist ik meteen dat het einde bericht was voor vandaag. Gelukkig was er meer dan genoeg ijskoud water bij de hand en zittend op een stuk rots, heb ik zo’n 30 minuten met mijn voet in het water gezeten. We hadden de EHBO tas bij ons en Jan heeft daarna een heel strak rekverband om mijn voet gedaan.
Héél handig hoor zo’n EHBO-man bij de hand.
Er was geen sprake van verder gaan want ik verging van de pijn.
Sterker nog, we moesten nog een heel stuk teruglopen (zeg maar strompelen) tot we bij het busstation waren. Ik zal je zeggen dat ik nooit heb geweten dat zo’n klein stuk zoooooooo lang kon duren.
Jan liep met 2 zware rugzakken en een stok, mij ondersteunend, en ik hompelde met stok naast hem. Maar……. we hebben het gered.
We waren hartstikke blij dat we weer bij ons motel waren.
De eigenaren waren hartstikke lief. Jan kreeg een extra kussen en een zak vol met ijsblokjes. Ik heb de halve middag met een zak ijs op mijn enkel op bed gelegen. De eigenaresse kwam nog even langs om te informeren hoe het met mij was.
Jan was helemaal geweldig, die weet altijd precies wat hij moet doen in zulke situaties. Maar ja, hij is ook al behoorlijk getraind want ik heb wel vaker van dit soort stunten.
We zijn vanavond toch maar lekker uit eten geweest, maar hebben wel de auto genomen.
Al met al is het nog goed afgelopen want het had veel erger kunnen zijn.
Ik hoop dat het met een paar dagen rustig aan doen, over is.
Wat dat betreft is het wel lekker dat we morgen een reisdag hebben.
Hoef ik niet zo veel te lopen.
Tja, dit had een verslag zullen worden van een giga mooie rivierwandeling maar het liep even anders. Shit happens.

12 september 2008

Donderdag 11 september (Springdale)


Vanmorgen zijn we om half 10 de shuttlebus ingestapt. Deze bracht ons naar de ingang van het park. Daar stap je uit en dan kun je door de voetgangersingang het park in. Daar staat dan weer de volgende bus klaar die je door het hele park voert. Je kunt op 9 verschillende plaatsen in het park in- en uitstappen en je hoeft nooit langer dan 10 minuten te wachten op de volgende bus. Het is een ideaal systeem en omdat er bijna geen auto’s in het park zijn, komt dat de rust zeer ten goede.
Zion is een fantastisch park met heel veel verschillende gezichten. Er zijn hele hoge bergen, diepe canyons en er is veel groen. De Virginriver stroomt door het hele park en heeft door de miljoenen jaren heen een hele diepe kloof gevormd. Je voelt je hier heel erg klein met al die giga bergen.
Wij hebben vandaag een aantal korte trails gelopen die heel verschillend waren. De eerste trail voerde ons naar een hele vochtige omgeving met allerlei soorten mossen en varens. Die kunnen groeien omdat het zandsteen waaruit de rotsen bestaan, water doorlaat. Als de rotsen verzadigd zijn, geven ze het water af in de vorm van een soort watergordijn. Het drupt overal en je wordt er aardig nat van.
De tweede trail voerde ons langs de kant van de weg en daar zagen we een aantal mule deers (een soort herten) We hebben er ademloos naar zitten te kijken want ze waren totaal niet bang. De afstand tussen de mule deers en ons was zo’n 2 á 3 meter. Heel bijzonder en we hebben er erg van genoten.
Een eindje verderop zagen we ook nog een groundsquirrel (een soort eekhoorn) die heerlijk in het zonnetje zat te genieten.
Na deze trail hebben we gelunched bij Zion Lodge (een hotel) Voor de lodge is een groot grasveld, omringd door banken en de sfeer is er heel relaxed.
Veel mensen die lekker op het grasveld aan het picknicken zijn of gewoon van de omgeving en het uitzicht genieten.
Het is hier wel druk en ook de touringcarbussen stoppen hier. Ze spugen een lading mensen uit die meteen foto’s beginnen te maken, nog net tijd hebben om naar de giftshop te gaan en dan de bus weer in moeten om verder te gaan. Nee dan is het toch heerlijk om de tijd aan jezelf te hebben,zoals wij.
De laatste trail die we gelopen hebben was wel weer steil en het was inmiddels ook weer erg warm. Maar als je rustig aan doet en genoeg water drinkt dan kom je ook boven ook al moesten we het laatste stuk behoorlijk klauteren over de rotsen. Het nadeel is dat je voortdurend moet kijken waar je je voeten neerzet want anders lig je zo op je neus. Als je dus de omgeving wilt bewonderen moet je stilstaan want anders zie je het niet.
Na deze trail hebben we de bus weer genomen en zijn we naar het museum gegaan. Daar hebben we ook nog een film bekeken over Zion.
Nadat we nog een poosje hebben genoten van alle mooie uitzichten was het kijkglas aardig vol. Tijd om naar ons motel te gaan; een oase van rust.
We hebben vanavond weer heerlijk gegeten, buiten, want het koelt hier pas heel laat af. Daarna zijn we naar een verhuurwinkel gegaan. We gaan morgen een trail doen door de rivier en daar heb je goede waterschoenen voor nodig en een stok, zodat je niet zo snel uitglijdt. Bij deze winkel kun je schoenen en stokken huren en ze geven ook goede informatie over deze trail. Wij zijn niet de énigen, die dat gaan doen want het was er behoorlijk druk. Afijn, we zien het wel. Ben benieuwd of we het een beetje droog houden.

11 september 2008

Woensdag 10 september (Tropic - Springdale)


Voordat ik het verslag van vandaag begin, moet ik eerst nog iets vertellen over gisterenavond. De deur van onze cabin was heel moeilijk open te krijgen we lieten de deur meestal heel iets open staan.
Nu ben ik niet de meest handige met dat soort zaken dus ik kreeg elke keer te horen dat ik de deur niet te ver dicht moest doen.
Afijn we gingen gisterenavond tegen 23u nog even naar buiten en, je raadt het al, de deur viel in het slot. Het mooiste was dar het niet door mij kwam maar door Jan. Natuurlijk lag de sleutel binnen op het nachtkastje.
Ik had al hele visioenen van een nacht buiten (het was ook nog eens hartstikke koud) maar gelukkig was er nog iemand op de receptie.
Zij heeft met de moedersleutel de deur van onze cabin weer opengemaakt zodat we toch nog lekker in ons bedje konden slapen.
Natuurlijk heeft Jan dit tig keer moeten horen.
Vanmorgen was het zó koud dat we binnen hebben gegeten. Vervolgens was het de auto inladen en op ons dooie gemakkie zijn we naar Springdale gereden. Dit is onze volgende stop voor maar liefst 3 nachten. Over de rit is niet veel te vertellen. Zo’n 90 mijl, is ca. 2 1/2u rijden en toen reden we via het oosten al Zion NP in.
Het motel waar we zitten is heel rustig en vredig. Er zijn maar 20 kamers die in blokken van 4 aan een mooi grasveld liggen. Op het grasveld staan picknicktafels en schommelbanken en alles wordt omringd door fantastische en hoge rotsen. Springdale zelf is een gezellig toegangsdorp voor Zion NP.
Wij gaan dit park de komende 2 dagen ontdekken.
Nadat we onze kamer een beetje hadden ingericht, zijn we eerst “gezellig”met z’n tweetjes naar de wasserette gegaan want we hadden inmiddels een grote berg smerige was. Heel handig hoor, zo’n wasserette vooral omdat het maar 30 minuten duurt voor je was klaar is.
Daarna moet het nog in de droger maar ook dat duurt niet zo lang.
Maar ja, ik had weer iets bijzonders. Allereerst had ik een zakdoekje in één van de zakken laten zitten dus alles zat onder de pluizen. Maar dat was nog niet het ergste. Er zat ook nog een lippenbalsemstick in een andere zak.
Nou, ik kan je zeggen dat de wasmachine warm was want de lippenbalsemstick was gesmolten en alle balsem zit nu in onze kleren in de vorm van vetvlekken. Lekker dan!
Ik hoop dat het er nog uit gaat en anders……is het jammer dan.
De was is in elk geval weer fris.
Daarna zijn we lekker uit eten geweest en we hebben ook nog boodschappen gedaan. Morgen gaan we op verkenning in Zion.
We gaan er naar toe met de shuttlebus. Je mag namelijk het park niet in met de auto. De bus stopt vóór ons motel en is nog gratis ook. Deze brengt je het park in, waar je moet overstappen in de Zion shuttlebus.
In het park kun je in en uitstappen waar je maar wilt en dat allemaal voor nop. Voor het milieu is dit een ideale oplossing. Ben benieuwd hoe dat werkt maar dat horen jullie morgen.

10 september 2008

Dinsdag 9 september (Tropic)


Vandaag is het Bryce dag. Jan had de wekker op half 7 gezet maar het was nog helemaal donker buiten. Aangezien we weinig zin hadden om in het donker te ontbijten, heeft hij de wekker maar om half 8 gezet.
Om kwart over 9 zaten we in de auto. Het was gelukkig maar een klein eindje rijden naar het park. Natuurlijk hebben we eerst een bezoek gebracht aan het Visitor Center en wat inlichtingen gevraagd.
We hebben een film bekeken over Bryce en er was een tentoonstelling over alles wat er te zien is.
Even wat achtergrondinfo over Bryce. De belangrijkste bezienswaardigheid van het park is het zogenaamde Amfitheater. Het Amfitheater beslaat een oppervlakte van 4 bij 10km en bestaat uit rotspilaren (hoodoos) die op de bodem van deze canyon staan.
Als je van boven op deze hoodoos kijkt weet je niet wat je ziet. Het is zo gigantisch mooi en indrukwekkend. Er zijn duizenden hoodoos en ze hebben de meest grillige vormen. Door erosie veranderen de hoodoos en uiteindelijk kunnen ze zelfs verdwijnen maar daar gaan eeuwen overheen.
Er zijn in bij het Amfitheater een aantal uitzichtspunten die we hebben bekeken. Het was alleen jammer dat de zon niet scheen. Wat zeg ik; het was gewoon hartstikke koud en op een gegeven moment begon het ook nog te regenen.
Na het Amfitheater wilden we het zuiden van het park verkennen maar de weg er naar toe was afgesloten voor alle verkeer. Ze waren namelijk bezig met het gecontroleerd in brand steken van sommige stukken bos. Het lijkt gek maar dit proces is nodig om spontane bosbranden te voorkomen.
Afijn, we zijn maar weer omgekeerd en zijn eerst maar, al bibberend met fleece jack aan, gaan lunchen. We waren net op tijd klaar want het begon alweer te regenen. We zijn maar teruggegaan naar het Visitor Center en hebben daar gewacht tot de bui voorbij was.
Daarna hebben we een trail gelopen die heel diep de canyon inging (Navajo look). Het was adembenemend en het gaf een heel ander beeld van de hoodoos dan van bovenaf gezien. Immense rotspartijen, smalle doorgangen en gigantisch hoge stenen wanden. Heel indrukwekkend om daar doorheen te lopen.
Nadeel was wel dat we ook weer helemaal naar boven moesten klimmen maar daar kregen we het wel weer warm van.
Eenmaal boven hebben we eerst maar uit zitten blazen want het was echt steil. Poeh.
Daarna hebben we nog een laatste uitzichtspunt bekeken en toen zijn we weer naar onze cabin terug gereden.
Daar hebben we even geluierd en toen hebben we in wereldstad Tropic gegeten. Ze hebben hier zowaar 2 eetgelegenheden waar je uit kunt kiezen, dus dan ben je snel klaar. De hamburger was trouwens heerlijk en absoluut niet vet.
Tropic is een landelijk gehucht waar volgens mij veel mormonen wonen want in de eettent waar wij waren lagen de mormoonse bijbels op de toonbank.
Toch heeft het wel wat zo,n gehucht. Vanuit onze cabin kijken we op een wei met heel veel paarden én op de begraafplaats. We hebben 3 poezen, een hond en een kip met kuikens als gezelschap. Dat loopt hier allemaal vrij rond. Je moet nog oppassen ook want vóór je het weet, glippen de poezen je cabin in. Heerlijk landelijk dus en erg rustig.
Morgen gaan we hier weer weg. Ben benieuwd waar we dan weer terecht komen.

09 september 2008

Maandag 8 september (Torrey – Tropic)


Vandaag hebben we voor ons doen uitgeslapen wat betekent dat we om half 8 uit ons bed stapten. We hebben binnen van ons ontbijt genoten omdat het buiten nogal fris was. Daarna was het weer spullen inpakken want we gaan weer verder , richting Tropic.
We hebben de Highway 12 gereden, een zogenaamde Scenic Byway (een toeristische route). Een waanzinnig mooie weg met gigantisch mooie uitzichten en rotspartijen.
Na een poosje rijden, zagen we zowaar weer groene bossen. Dat was een welkome afwisseling na al die kale rotsen. Maar al gauw kwamen de rotsen weer terug, ach ja, je kunt niet alles hebben.
Toch hebben we meer dan genoten van deze weg.
We hebben koffie gedronken bij de Kiva Koffee House. Een soort rond café, qua bouw helemaal opgenomen in de omgeving , met giga uitzichten en vanaf de weg nauwelijks te zien.
Ze hadden hier overheerlijke, echte Europese cappuccino. Niet dat slappe Amerikaanse bocht maar lekker sterk, op z’n Hollands zeg maar.
Erbij hadden we een muffin met bosbessen (Wilma) en een appel/pecan cake (Jan) De appel/pecan cake was zó lekker dat Jan zo lief was om de helft te ruilen voor de bosbesmuffin. Dat is echte liefde, of niet?
We hebben een poos genoten van het fantastische uitzicht en daarna zijn we weer verder gereden.
Wilma had wederom een idee. Er liep een dirt road (ja, ja, we hebben de smaak te pakken) naar Hole in the Rock. Na ongeveer 8 mijl zou er een picknickplek zijn en het idee was om daar te gaan lunchen. De weg was mooi hoor maar we kwamen never nooit niet een picknickplek tegen alleen maar een rotsachtige omgeving met heel weinig struiken. We hebben elkaar maar eens aangekeken en zijn maar omgedraaid. Achteraf gezien zijn we niet ver genoeg doorgereden maar ja, sommige ideetjes pakken gewoon verkeerd uit. We hebben toen maar gelunched in “big city” Escalante op de gemeentelijke picknickplek die wel lekker in de schaduw lag. Escalante is een gehucht dat wil je niet weten, zoals er hier véél van dat soort gehuchten zijn. Vóór je het beseft, ben je er al weer doorheen.
Om half drie uur vanmiddag waren we al in Tropic, onze overnachtingsplek voor de komende 2 nachten. Gelukkig was onze cabin al klaar zodat we er meteen al in konden. De cabin is geweldig. Ruim, ingericht in country style, met 2 giga bedden, douche, wc, koelkast, tv en een verandaatje met 2 stoelen. Achter de cabin staat een schommelbank meteen mooi uitzicht op landelijk Utah.
Je ziet aan alles dat er aandacht aan is besteed. Helemaal goed dus.
De rest van de middag hebben we gelummeld en geluierd. We hebben nog wat boodschappen gedaan in de dorpswinkel en we hebben gegeten in één van de 2 eetgelegenheden die dit gehucht rijk is.
Daarna hebben we een poos geschommeld, koffie gedronken en weer verder geluierd.
Morgen gaan we naar Bryce NP. Dat wordt weer een lange en hopelijk mooie dag.

08 september 2008

Zondag 7 september (Moab –Torrey)


Vandaag was het weer vroeg dag. Om iets na zevenen zaten we buiten aan ons home made ontbijtje. Wel met een trui aan want ‘s-morgens is het nog fris. Daarna hebben we de boel ingepakt want we vertrekken vandaag uit Moab. We gaan op weg naar Torrey en onderweg bezoeken we Capitol Reef NP. Dat ligt toch op onze route.
Capitol Reef was heel vroeger een binnenzee. In de loop van een miljoen jaar is het water verdwenen en door de werking van de aarde, wind en water zijn er gigantische kloven en rotspartijen ontstaan.
Na ongeveer 2 uur rijden kwamen we bij de ingang van het park.
Ons eerste doel was uiteraard het Visitor Center waar we o.a. informatie hebben gevraagd over de trails in het park.
Daarna hebben we eerst gelunched op een fantastische plek.
In het park bevinden zich namelijk heel veel boomgaarden midden tussen de rotspartijen. Raar maar echt waar. Ze komen daar doordat in de 18e eeuw een tiental mormonenfamilies zich hier hebben gevestigd. Ze stichtten een gemeenschap (Fruita) met een schooltje en een aantal huizen. Zij hebben de fruitbomen hier geplant. Na de 2e Wereldoorlog is het gebied tot Nationaal Park verklaard en zijn de toen nog resterende families verhuisd.
Het leuke is dat je hier het fruit gratis van de bomen mag plukken en mag opeten, zolang je in de boomgaard blijft. Je gaat pas betalen voor het fruit als je het meeneemt.
Wij hebben gelunched in zo’n boomgaard, een hele vredig, groene en lieflijke plek met gras en uiteraard picknicktafels. Heerlijk rustig en zó mooi.
Na het eten hebben we eerst Fruita District bekeken.
Daarna hebben we een trail gelopen, behoorlijk steil omhoog met uiteraard weer nergens schaduw maar met fantastische uitzichten en overal giga rotspartijen. Uiteindelijk kwamen we bij Hickman Bridge, een natuurlijk gevormde brug (arch) en hoera daar was schaduw. We hebben hier een poos gezeten en genoten van de rust en de ruimte om ons heen. We waren hier helemaal alleen. Daarna weer in de brandende zon naar beneden maar dat gaat uiteraard sneller dan omhoog.
Nadat we wat gedronken hadden ,hebben we de Scenic Drive gereden.
Die was zó verschrikkelijk mooi, dat valt niet te beschrijven dus daar begin ik dus ook niet aan. Dat zit in ons hoofd.
Daarna zijn we het park uitgereden naar onze overnachtingsplek, de Capitol Reef Inn and Café. Als je er langs rijdt, ziet het er misschien niet uit maar wij vinden het geweldig. Het is redelijk oud en dorps maar zó gezellig.
De kamer is prima met alles erop en eraan en versierd met Indiaanse voorwerpen. Je kunt er ook eten en het eten is er grandioos. Alles is vers en zelfgemaakt. Jan heeft verse zalm gegeten en ik gerookte forel.
Daarbij kregen we een geweldige salade met een heerlijke honey musterd dressing, een gepofte aardappel met room en gestoomde broccoli (ik) en een maïskolf (jan) We hebben gesmuld, dat wil je niet weten!
Voor bij de koffie hebben we een home made bleuberry pie meegenomen met zelfgemaakt ijs.
Al met al was dit een geweldige dag met een geweldig park. Capitol Reef vinden wij 1000x mooier dan Arches NP.
Straks nog een glaasje wijn (de fles lag netjes verstopt in de auto) en dan gaan we maar weer slapen, moe van alle indrukken.